Vitamine D van groot belang bij MS

Vitamine D is van groot belang bij Multiple Sclerose

Mijn achtergrond

Mijn naam is Reindert Graaff (geboren in 1952) en ik ben opgeleid als natuurkundig ingenieur. Vanaf 1986 tot na mijn pensioen werkte ik als onderzoeker bij het UMCG. In 1998 kwam de diagnose ‘waarschijnlijke MS’. Een kennis die ook MS had, wees op de mogelijkheid om progressie te remmen met het Swank dieet. Zeer weinig verzadigd vet en verzadigd vet vervangen door onverzadigd vet inclusief een eetlepel levertraan. Vervolgens ben ik het boek van Swank gaan lezen.[1] Het boek verwees ook naar wetenschappelijke publicaties in gerenommeerde tijdschriften die gunstige resultaten lieten zien met zijn dieet. Opvallend was dat resultaten werden gepubliceerd na het volgen van patiënten gedurende tientallen jaren. Voor mij reden om de aanbevelingen van Swank te gaan volgen. Sindsdien heb ik me regelmatig verdiept in de rol van voeding en supplementen bij MS. Resultaten met vitamine D (die ook in levertraan zit) vielen daarbij op. In de loop van de jaren heb ik verschillende congressen over vitamine D bezocht. Vitamine D heeft als voordeel dat het niet moeilijk is om te gebruiken. Graag geef ik opvallende onderzoeksresultaten hiermee door.


Iets over vitamine D

Vitamine D is een stof die belangrijk is voor de gezondheid van iedereen. Niet alleen voor botgezondheid, maar bijvoorbeeld ook voor het immuunsysteem. Tijdens ontstekingen daalt de vitamine D waarde.

Vitamine D wordt van nature aangemaakt als een ultraviolet deel van zonlicht op de huid schijnt. Vitamine D vanuit voeding of supplementen wordt vaak uitgedrukt in IE (internationale eenheden). De lever zet het om in een beter houdbare vorm. Dit is de vorm die ook in het bloed kan worden gemeten en uitgedrukt wordt in nmol/L (nanomol per liter).

De natuurlijke aanmaak van vitamine D bij de evenaar en bij ons

Er zijn flinke verschillen tussen vitamine D waarden bij de evenaar en bij ons:

De vitamine D waarden bij natuurvolken in Oost-Afrika zoals de Maasai waren gemiddeld 106 nmol/L (van 31 tot 171 nmol/L) in niet-zwangeren. Voor zwangeren werden zelfs gemiddeld hogere waarden gemeten: 138 nmol/L (van 46 tot 262 nmol/L).[2] Hun huidskleur biedt een goede bescherming tegen schadelijke invloed van teveel ultraviolet licht. Dat licht wordt in de dampkring trouwens al flink verzwakt.

Verder van de evenaar (zoals bij ons) staat de zon lager aan de hemel, waardoor de vitamine D aanmaak moeilijker wordt. Een lichtere huidskleur kan helpen om voldoende vitamine D te kunnen aanmaken. Metingen bij bewoners in de stad Groningen in 2007-2008 toonden een gemiddelde vitamine D waarde 59 nmol/L. Dit is veel lager dus dan bij de inwoners in Oost-Afrika. Daarbij bleken gemiddelde waarden in de winter nog 15 nmol/L lager en in de zomer 15 nmol/L hoger. [3]

Observaties van vitamine D bij MS

Er zijn veel aanwijzingen dat vitamine D van belang is bij multiple sclerose. Hier zullen er maar een paar worden besproken. Want sinds 2010 verschijnen er over vitamine D bij MS al meer dan 100 publicaties per jaar. Zij laten zien dat zorg voor een goede hoeveelheid vitamine D van groot belang is. Verschillende observerende studies toonden verschillen tussen MS patiënten met hogere en lagere vitamine D waarden in het bloed:

Een internationale groep onderzoekers deed vijf jaar achtereen MRI metingen na een eerste schub (CIS). [4] Als zo’n eerste schub gevolgd wordt door een tweede, spreekt men van RRMS. De patiënten werden ingedeeld in groepen met een vitamine D gehalte boven of beneden 50 nmol/L.

Resultaten bij een hogere vitamine D waarde:

  • de overgang naar definitieve MS was veel minder snel
  • het aantal op de MRI zichtbare plekjes groeide circa half zo snel
  • de progressie van de zogenaamde hersenkrimp was ook minder snel.

Ook andere studies lieten zien dat met een hoger vitamine D gehalte in het bloed een volgende schub gemiddeld wel twee keer zo lang op zich liet wachten.[5]

Een lage vitamine D spiegel kan ook een risicofactor zijn voor versnelde overgang van RRMS naar de progressieve fase SPMS.[6]

Effect van vitamine D supplementen bij MS

Vitamine D supplementen lieten een grote werkzaamheid zien bij MS. Een paar voorbeelden:

Een kleine Iraanse studie onderzocht patiënten na de eerste verschijnselen van MS. Na een jaar vitamine D suppletie ontwikkelden zij geen tweede schub. Maar zonder supplement kreeg bijna de helft wel een tweede schub binnen een jaar. [7]

Pierrot-Deseilligny gaf aan zijn patiënten in Parijs een vitamine D supplement van 100.000 IE per maand. Dit komt overeen met 3300 IE per dag. Daarmee steeg het vitamine D gehalte van gemiddeld 50 nmol/L naar 110 nmol/L. En belangrijker: de tijd tussen schubs werd ook hier ongeveer twee keer zo lang.[8]

Natuurlijke vitamine D aanmaak

De natuurlijke aanmaak van vitamine D hangt van verschillende dingen af, waardoor er veel variatie is tussen personen:

  • Voldoende buiten zijn, met name tussen tien en drie uur bevordert de vitamine D aanmaak. Eerder en later op de dag is er veel minder vitamine D aanmaak. En tussen oktober en eind april is deze aanmaak vrijwel afwezig. Dan worden de reserves gebruikt.
  • Achter glas is er geen vitamine D aanmaak. Personen met een donkerder huidtype (ook Zuid-Europees) hebben veel meer tijd in de zon nodig om vitamine D aan te maken.
  • Wie relatief veel van de huid bedekt, vermindert de vitamine D aanmaak ook sterk.
  • Bedenk (afhankelijk van het huidtype): niet te lang achter elkaar in de zon als de huid nog niet wat gebruind is, om verbranding te voorkomen. En ook: zonnebrandcrème beschermt daartegen, maar vermindert de vitamine D aanmaak.
  • Voeding bevat uit zichzelf nauwelijks vitamine D, tenzij het eraan is toegevoegd. Vette vis is een uitzondering.
    Ook zijn er genetische factoren die de vitamine D aanmaak beïnvloeden.

Vanwege al deze invloeden die tot individuele verschillen leiden, is een algemeen advies voor vitamine D supplementen minder zinvol. Beter is een individueel advies op grond van een gemeten vitamine D waarde in het bloed. Sinds 2012 richten aanbevelingen uit onderzoeken zich daarom steeds meer op de bloedwaarden.

Hoeveel vitamine D heb ik nodig? Een praktische aanpak.

Een goede vitamine D waarde in het bloed levert veel op.

De MS-polikliniek in Stadskanaal/Treant Zorggroep streeft sinds 2016 naar een vitamine D waarde rond 100 nmol/L.
Dit op grond van de toen beschikbare studies. Op grond van een meting wordt dan een gewenste inname aanbevolen: van 0 tot ~3000 IE per dag. Het wordt geadviseerd om vooral in het begin jaarlijks te controleren of het doel met de vitamine D waarde wordt gehaald. Dit wordt meestal gedaan tijdens het eerste labcontrole van het jaar, in de winterperiode. Zo nodig kan de dosering van vitamine D dan bijgesteld worden.[9]

Het genoemde voorbeeld van suppletie met 3000 IE per dag is veel meer dan de 400 of 800 IE per dag die het rapport van de Gezondheidsraad gaf in 2012. Die was bedoeld als minimale aanbeveling voor de gehele bevolking om een (ernstig) tekort te voorkomen. Maar dat rapport gaf ook een aanvaardbare bovengrens aan van 4000 IE per dag. Die bovengrens is bij het overgrote deel van de bevolking veilig, zelfs zonder dat er een gemeten vitamine D waarde beschikbaar is.[10, pag. 12] Voor MS patiënten in Noord-Europa en Noord-Amerika wordt deze hoeveelheid van 4000 IE per dag in elk geval ook door deskundigen ondersteund.[11]

Omrekenen

Omdat vitamine D supplementen ook regelmatig worden uitgedrukt in mcg (microgram), is het goed om te weten dat 4000 IE per dag = 100 microgram per dag.

Discussie en conclusies

Belangrijke conclusies uit de onderzoeksresultaten tot nu toe zijn voor wat betreft MS:

  • Een lage vitamine D waarde is ongunstig bij MS. Vitamine D supplementen dragen bij tot een gunstiger beloop van de MS.
  • Een vitamine waarde aan het eind van de winter rond 100 nmol/L is wenselijk. In de zomer kan deze waarde nog wat stijgen, bijvoorbeeld tot 150 nmol/L.
  • Overleg is gewenst met de arts of neuroloog om zulke waarden te bereiken.
  • Als de gewenste vitamine D spiegel met supplementen niet kan worden behaald, zou dit kunnen komen door overgewicht of een magnesiumtekort:
  • Bij overgewicht kan de dosis onvoldoende zijn.
    [10, pag. 71]. Om een voldoende hoge bloedwaarde te bereiken, zou in overleg met de arts een hogere dosis nodig kunnen zijn.
  • Bij een magnesiumtekort kan de omzetting van de ingenomen vitamine D door de lever onvoldoende zijn.[12] Recentelijk is aangetoond dat een magnesium supplement dan de vitamine D waarde kan verhogen.[13]
  • Genoemde vitamine D waarden van 100-150 nmol/L zijn een stuk hoger dan gemiddeld in Nederland, maar in elk geval vergelijkbaar met de langs natuurlijke weg verkregen vitamine D waarden bij natuurvolken als de Maasai in Oost Afrika.

Of hogere waarden dan de genoemde 100 – 150 nmol/L zinvol kunnen zijn, is nog onderwerp van onderzoek. Hogere waarden worden vooralsnog afgeraden om problemen door ernstige bijwerkingen (zoals hypercalcemie) te vermijden.

Tenslotte: Vitamine D is relatief goedkoop, en is verkrijgbaar als pil, capsule of als druppels. Toch is besloten dat vitamine D supplementen vanaf 1 januari 2023 (voorlopig?) niet meer in aanmerking komen voor vergoeding via de zorgverzekering.

Samenvattende conclusie:

Geconcludeerd mag worden dat het verkrijgen van een goede vitamine D waarde in het bloed voor MS-patiënten veel kan opleveren. Naast de toepassing op grond van de huidige stand van kennis, mogen we uitzien naar komende onderzoeksresultaten!

Voor wie verder wil lezen over vitamine D

Vitamine D is niet alleen bij MS van belang, maar er is ook veel onderzocht bij andere aandoeningen. Het aantal medisch-wetenschappelijke publicaties voor alle aandoeningen was in het jaar 2000 al groot: ongeveer 1200 artikelen per jaar. Inmiddels zijn het er nu al meer dan 5000 per jaar. De invloed op de gezondheid in de algehele bevolking wereldwijd komt in die artikelen aan bod. Maar ook is er veel onderzoek naar de invloed bij een groot aantal ziekten. In de laatste jaren heeft ook het onderzoek naar versterking van het immuunsysteem tegen COVID-19 veel opgeleverd. (Een Engelstalig overzicht over onderzoek bij al die toepassingen is te vinden op vitamindwiki.com).

Bij het verder lezen in de literatuur is van belang om erop te letten dat het vitamine D gehalte daarin vaak wordt uitgedrukt in ng/mL (nanogram per milliliter). Dat leidt tot lagere getallen, want 40 ng/mL komt overeen met 100 nmol/L. Voor omrekening moet dan ook vermenigvuldigd worden met 2,5.

Referenties*
1. R.L Swank & B.B. Dugan. The Multiple Sclerosis Diet Book. Revised and Expanded, 1987.
2. M.F. Luxwolda et al. Eur J Nutr 2013. *Doi: 10.1007/s00394-012-0421-6.
3. A.J. van Ballegooijen et al. Hypertension 2015. *Doi: 10.1161/HYPERTENSIONAHA.115.05837.
4. A. Ascherio et al. JAMA Neurol 2014. *Doi: 10.1001/jamaneurol.2013.5993.
5. T.F. Runia et al. Neurology 2012. *Doi: 10.1212/WNL.0b013e31825fdec7.
6. A.H. Muris et al. J Steroid Biochem Mol Biol 2016. *Doi: 10.1016/j.jsbmb.2015.11.009.
7. H. Derakhshandi et al. Acta Neurol Belg 2013. *Doi: 10.1007/s13760-012-0166-2.
8. C. Pierrot-Deseilligny et al. Ther Adv Neurol Disord 2012. *Doi: 10.1177/1756285612447090.
9. K.M. Horvath. MSInfo 3. MS-Anders, 2017.
10. Gezondheidsraad. Evaluatie van de voedingsnormen voor vitamine D. 26 september 2012.
11. J. Smolders J et al. CNS Drugs. 2019. *Doi: 10.1007/s40263-019-00674-8.
12. P. Reddy P & L.R. Edwards. Am J Ther. 2019. *Doi: 10.1097/MJT.0000000000000538.
13. H. Vázquez-Lorente et al. Nutrients. 2020. *Doi: 10.3390/nu12082283.
*(Met de Doi nummers kunnen de genoemde artikelen gevonden worden op internet)