Botbreuken

Voor mannen en vrouwen vanaf 60 jaar is vallen een risicofactor voor botbreuken. Jaarlijks melden zich circa 100.000 mensen na een val bij het ziekenhuis (bron IVG.nl). Vitamine D helpt om de risico’s op botbreuken te verminderen. Dat doet vitamine D op twee manieren. Het zorgt voor een betere balans en sterkere spieren, zodat de kans op vallen vermindert. En daarnaast draagt het bij aan het opbouwen en behouden van een betere botkwaliteit.

Bij oudere patiënten die op de Spoedeisende Hulp (SEH) komen met een fractuur, is er meestal een mengbeeld van bot- en valgerelateerde risicofactoren die bijdragen tot een verhoogd risico op nieuwe fracturen (bron NTVG, 2010). Een tekort aan vitamine D komt bij fractuurpatiënten regelmatig voor, zo blijkt uit wetenschappelijk onderzoek in Nederland.

In de Nederlandse richtlijnen voor geneeskunde wordt daarom, zoals weergegeven in een publicatie van het Nederlands Tijdschrift Voor Geneeskunde (NTVG, 2010) bij patiënten met osteoporose  (zwak, poreus bot) of met een bestaande wervelfractuur medicamenteuze behandeling aangeraden in de vorm van een verhoogde calciuminname en een extra inname van vitamine D3 (cholecalciferol).

In Taiwan is in 2016 onderzoek gedaan bij 91 ouderen in een verzorgingshuis met een gemiddelde leeftijd van 85 jaar. Uit het onderzoek bleek dat bij suppletie met vitamine D in combinatie met een lichte vorm van beweging het valrisico significant afneemt met 72%. Het geheim zit ‘m bij dit onderzoek in de combinatie van vitamine D en bewegen, want alleen vitamine D of alleen bewegen leverde geen opvallende verbetering op.

Door te zorgen voor een voldoende gehalte vitamine D, lopen ouderen aanzienlijk minder risico om te vallen. Bronnen van vitamine D zijn de zon, voedingssupplementen en voeding zoals vette vis. Daarnaast kan een (huis)arts adviseren om een aanvullende dosering vitamine D te nemen.