3. Voedingssupplementen
Op basis van de Voedselconsumptiepeiling (VCP/Leefstijlmonitor, RIVM, 2019-2021) wordt in dit hoofdstuk een beeld gegeven van het gebruik van voedingssupplementen in Nederland. Vervolgens wordt beschreven om welke redenen mensen voedingssupplementen gebruiken en of zij dit op advies doen of op eigen initiatief. Deze onderzoeksresultaten zijn afkomstig uit Belevingen 2022.
3.1 Gebruik voedingssupplementen
Bijna 6 op de 10 volwassenen gebruiken voedingssupplementen
Uit de Voedselconsumptiepeiling (RIVM, 2019-2021) blijkt dat 57 procent van de volwassenen in de afgelopen 12 maanden weleens een voedingssupplement heeft gebruikt. Dit gebruik is bij vrouwen hoger dan bij mannen: 69 tegen 44 procent. Voedingssupplementen worden vooral in de winterperiode gebruikt. De meest gebruikte supplementen zijn vitamine D, multivitamine,
vitamine C en magnesium.
35 procent van de vrouwen zegt in de winter een enkelvoudig vitamine D-supplement te hebben gebruikt en 29 procent een multivitamine met mineralen. Mannen gebruiken vaker een multivitamine met mineralen (21 procent) dan vitamine D (18 procent). Dit beeld komt overeen met dat in de rest van het jaar, maar het gebruik is dan lager.
De Gezondheidsraad geeft aan dat het gebruik van voedingssupplementen voor de algemene bevolking niet nodig is (Gezondheidsraad, 2019). Sommige groepen hebben er echter wel baat bij. Hen wordt geadviseerd om bepaalde voedingssupplementen te nemen (Brink, Breedveld en Peters, 2023; Voedingscentrum, 2023c). Zo wordt bijvoorbeeld vrouwen vanaf 50 jaar en mannen vanaf 70 jaar aanbevolen om extra vitamine D te gebruiken. Uit de Voedselconsumptiepeiling (RIVM, 2019-2021) blijkt dat 37 procent van de vrouwen van 50 jaar of ouder supplementen met vitamine D gebruiken en 25 procent van de mannen van 70 jaar of ouder. Ook dit gebruik is in de winter hoger dan in de rest van het jaar.
3.2 Redenen voor gebruik voedingssupplementen
Gebruik supplementen meestal ‘voor de zekerheid’
In Belevingen 2022 is gevraagd naar de redenen voor het gebruik van voedingssupplementen6). Een derde van alle 18-plussers gebruikt voor de zekerheid een of meerdere supplementen. 19 procent van alle 18-plussers doet dat omdat ze behoren tot een groep waarvoor dit wordt geadviseerd. 14 procent gebruikt supplementen wegens gezondheidsklachten. Als het gaat om deze gezondheidsklachten zegt de helft (49 procent) dat het (onder andere) gaat om vermoeidheid, 65 procent geeft aan dat het andere lichamelijke klachten, een ziekte of chronische aandoening betreft, en bij 13 procent gaat het om mentale klachten.
Multivitamine door 6 op de 10 gebruikers voor de zekerheid
Multivitamine (61 procent), vitamine C (55 procent) en vitamine B-complex (43 procent) worden verreweg het vaakst voor de zekerheid gebruikt (zie tabellenset). Ook vitamine D wordt met 36 procent relatief vaak om deze reden gebruikt, maar deze vitamine wordt even vaak geslikt omdat dit geadviseerd wordt voor de bevolkingsgroep waartoe de gebruiker behoort. Vitamine B12 wordt behalve voor de zekerheid (34 procent) bijna even vaak gebruikt omdat men denkt dat het te weinig in de voeding voorkomt (29 procent).
3 op de 10 magnesiumgebruikers doen dit voor de zekerheid
Ook mineralen worden relatief vaak voor de zekerheid gebruikt (zie tabellenset). Bij magnesium is dit het vaakst genoemde motief (29 procent). Calcium wordt het vaakst gebruikt omdat men tot de doelgroep behoort waarvoor dit geadviseerd wordt (40 procent), maar ook dit mineraal wordt naar verhouding vaak voor de zekerheid genomen (29 procent). IJzer is het enige onderzochte supplement dat vooral wordt gebruikt omdat er in het bloed te lage waarden zijn aangetoond (40 procent). Dit motief wordt verder alleen bij vitamine B12 (10 procent) en vitamine D (9 procent) door een substantieel deel als gebruiksreden genoemd. Mineralen als ijzer, calcium en magnesium worden vaker vanwege gezondheidsklachten geslikt (door ongeveer een kwart van de gebruikers) dan vitamines.
3.3 Supplementen op advies of niet
Supplementen meestal op eigen initiatief
De meeste vitamines en mineralen worden het vaakst op eigen initiatief gebruikt, zo blijkt uit Belevingen 2022 (zie tabellenset). Supplementen die vaker op advies van een arts (huisarts, praktijkondersteuner of specialist) worden genomen zijn vitamine D, ijzer en calcium. Maar ook bij alle andere supplementen spelen artsen vaak een grote rol: áls ze op advies worden gebruikt is dat meestal op artsadvies. Voor multivitamine en vitamine C geldt dat deze even vaak geadviseerd worden door iemand uit eigen kring (partner, familieleden of vrienden) als door een arts.
15 procent van alle volwassenen slikt extra vitamine D op advies van arts
Bijna een kwart (23 procent) van alle 18-plussers gebruikt minstens één supplement op advies van een arts. Artsen adviseren het vaakst een vitamine D-supplement. 15 procent van de 18-plussers gebruikt vitamine D op advies van een arts. Magnesium, calcium, vitamine B12 en multivitamine worden alle door 4 á 5 procent van de volwassenen op advies van (onder andere) een arts gebruikt.

Vervolgens is gevraagd om wat voor soort vitamines of mineralen het ging, waarbij meerdere antwoorden mogelijk waren: multivitamine, vitamine B-complex, vitamine B12, vitamine C, vitamine D, andere vitamine(s), ijzersupplement/ staalpillen, calcium, magnesium, andere mineralen. Voor deze vitamines en mineralen is steeds afzonderlijk gevraagd naar de reden(en) voor het gebruik en of iemand dit heeft geadviseerd.