Mensen met depressie vaak vitamine D tekort

In de afgelopen jaren is vitamine D regelmatig in verband gebracht met cognitieve achteruitgang en mentale gezondheid. Men veronderstelt dat een vitamine D tekort kan bijdragen aan een depressie.

Vitamine D is eigenlijk niet echt een vitamine; tegenwoordig wordt het eerder gezien als een soort hormoon dat naast de bijdrage aan gezonde botten meerdere functies in het lichaam heeft. Slechts een klein deel van onze vitamine D behoefte krijgen we binnen door voeding. De belangrijkste bron van vitamine D is voor de meeste mensen de UV straling van de zon op de huid.

In NESDA onderzochten we de samenhang tussen vitamine D en depressie. De bloedconcentraties van vitamine D (25-hydroxivitamine D) van mensen met een huidige depressieve stoornis (1102 personen) werden vergeleken met de bloedconcentraties van mensen die vroeger een depressieve stoornis hebben gehad (790 personen)  en gezonde controles (mensen die nog nooit een depressie hebben gehad, 494 personen). Daarnaast keken we of vitamine D samenhing met specifieke kenmerken van een depressie.

Uit het onderzoek bleek dat maar liefst 33,6% van de NESDA deelnemers volgens de laatste richtlijnen een vitamine D tekort heeft (<50nmoll-1). De concentratie van 25-hydroxivitamine D in het bloedserum werd gecorrigeerd voor factoren als sociodemografie, zonlicht, verstedelijking, leefstijl en algemene gezondheid. Mensen met een huidige depressie of die in het verleden een depressie hadden gehad, lieten een significant lagere concentratie van vitamine D in het bloed zien dan gezonde controles. Bovendien bleek dat bij huidige depressieve personen de ernst van de symptomen samenhing met de concentratie vitamine D in het bloed: hoe ernstiger de symptomen, des te groter het vitamine D tekort. Ook blijkt het risico op een depressie na 2 jaar groter te zijn bij een vitamine D tekort bij de eerste meting.

De bevindingen laten een sterk verband zien tussen vitamine D en depressie. Een vitamine D tekort en een depressie zouden beiden uitingsvormen kunnen zijn van een onderliggende biologische kwetsbaarheid voor depressie. Het kan ook zijn dat vitamine D betrokken is bij de totstandkoming van een depressie. Men veronderstelt- maar dit is tot nu toe nog niet overtuigend bewezen- dat de inname van extra vitamine D de depressie kan beïnvloeden. De inname van vitamine D is eenvoudig te verhogen door middel van het aanpassen van de voeding, het nemen van voedingssupplementen en vaker in de zon zitten. Aangezien een overdosis aan vitamine D mogelijk schadelijk is voor de gezondheid, is verder onderzoek echter noodzakelijk voordat vitamine D overtuigend ingezet kan worden bij de behandeling van depressie.